Vallen en opstaan

De videobeelden bij deze webpagina vormen in hun totaliteit een lespakket om leerlingen veiliger te leren vallen. Hoewel de oefeningen werden uitgeprobeerd en de beelden ook tot stand kwamen in samenwerking met leerlingen uit de eerste-, de tweede- en de derde graad van de lagere school, zijn de meest eenvoudige technieken ook voor de oudste kleuters geschikt. Dit is niet zo verrassend aangezien immers “het eigen lichaamsgewicht veilig kunnen opvangen door middel van landen en vallen” één van de vele ontwikkelingsdoelen is die voor deze doelgroep geformuleerd worden. 
Concreet vertaald impliceert dit, dat we al vanaf de kleuterschool kunnen starten met het aanleren van valtechnieken, langs eenvoudige oefeningen en bewegingsspelen. Of de school of leerkracht hiervoor kiest, hangt af van de eigen context en leerlingenpopulatie van de school. Daarom bracht dit ons tot een indeling van de oefeningen in 3 niveaus waarbij we de meest eenvoudige oefeningen onder het “beginniveau” plaatsen, de wat meer complexe oefeningen groeperen we in een tussenniveau, en ten slotte brengen we de moeilijkste oefeningen onder in het gevorderd niveau
Dit leidt ons tot de vraag: wat maakt dat we een oefening onder brengen in één van de drie niveaus?  Hiervoor sommen we een aantal duidelijke omschrijvingen op van didactische factoren die, één voor één verwijzen naar een zinvol progressief werken
Binnen en over de niveaus heen wordt de oefenstof dus gerangschikt van:

  • gemakkelijk naar moeilijk
  • laag naar hoog
  • langzaam naar snel
  • eenvoudig naar complex
  • gekend naar ongekend
  • enkelvoudig naar samengesteld
  • gesloten situaties naar open situaties
  • verwachte situaties naar onverwachte
  • zeer veilig naar enig risico

Karen Nackom, Pedagogische begeleider, Lector KH Leuven

Achterwaartse val - Beginniveau

Beginniveau oefening 1:

De leerling ligt op de mat en klopt krachtig met beide handpalmen te gelijk op de mat.

Beginniveau oefening 2:

De leerling vertrekt uit zit met opgetrokken knieën, rolt achterwaarts en klopt met beide handen af zodra de rug de mat raakt.

Beginniveau oefening 3:

De leerling vertrekt uit langzit, valt achterwaarts en klopt af, zonder dat het hoofd de mat raakt.

Achterwaartse val - Tussenniveau

Tussenniveau oefening 1:

Na opspringen gaat de leerling zitten met de hielen tegen het zitvlak en klopt af zodat het hoofd de mat niet raakt.

Tussenniveau oefening 2:

Na voorwaartse sprong van de kast zet de leerling snel de hielen tegen het zitvlak en klopt af.

Tussenniveau oefening 3:

Een partner steunt op knieën en ellebogen en de leerling valt er achterwaarts over.

Tussenniveau oefening 4:

De leerling lost vanuit een hurkhouding op het wandrek de handen, plaatst bij val op de voeten de hielen tegen het zitvlak en klopt af.

Achterwaartse val - Gevorderd niveau

Gevorderd niveau oefening 1:

De leerling rolt achterwaarts vanuit hurkhouding met de knieën tegen de borst, en klopt af zodra het zitvlak de mat raakt.

Gevorderd niveau oefening 2:

De leerling gaat vanuit stand achterwaarts door de knieën met de hielen tegen het zitvlak, en klopt snel af.

Gevorderd niveau oefening 3:

Van uit stand valt de leerling achterwaarts en rolt af over 1 schouder.

Gevorderd niveau oefening 4:

De leerling stapt naar een dikke mat, rolt na struikelen over 1 schouder en klopt af.

Zijwaartse val - Beginniveau

Beginniveau oefening 1:

De leerling ligt op de zij en draait zo rond terwijl het hoofd de mat niet raakt.

Beginniveau oefening 2:

De leerling vertrekt in zit met opgetrokken knieën, en schommelt naar links en naar rechts waarbij het hoofd de mat niet raakt.

Beginniveau oefening 3:

De leerling houdt in kleermakerszit beide voeten vast, en valt afwisselend naar links en naar rechts.

Beginniveau oefening 4:

De leerling houdt in zit beide voeten vast, valt naar links en naar rechts en klopt telkens af met de arm voorwaarts.

Beginniveau oefening 5:

De leerling vertrekt uit kniezit en valt naar links en rechts waarbij het hoofd de mat niet mag raken.

Zijwaartse val - Tussenniveau

Tussenniveau oefening 1:

De leerling springt van de kast, valt zijwaarts en klopt af met de arm in 45 graden.

Tussenniveau oefening 2:

De leerling vertrekt van uit zit, langzit, kniezit, hurkhouding en stand, en valt na een duw met afkloppen zodra het zitvlak de mat raakt.

Tussenniveau oefening 3:

De leerling komt recht uit kniehouding en valt na een duw zijwaarts en klopt af.

Tussenniveau oefening 4:

De leerling hangt in hurkhouding aan het wandrek, komt na het lossen op de voeten terecht en laat zich zijwaarts vallen.

Tussenniveau oefening 5:

De fietser moet onverwacht remmen en valt zijwaarts.

Tussenniveau oefening 6:

De fietser komt aangereden, botst tegen een hindernis en valt zijwaarts.

Zijwaartse val - Gevorderd niveau

Gevorderd niveau oefening 1: 

Vanuit hurkhouding met de handen op de knieën valt de leerling rustig zijwaarts.

Gevorderd niveau oefening 2:

Van uit hurkzit valt de leerling zijwaarts en klopt af.

Gevorderd niveau oefening 3:

De leerling stapt naar een hoge mat toe en valt zijwaarts.

Voorwaartse val - Beginniveau

Beginniveau oefening 1:

De leerling valt uit pomphouding op de buik met de handen tegen mekaar en opzij gedraaid hoofd.

Beginniveau oefening 2: 

De leerling maakt uit kniezit een plankval met de handen tegen mekaar en opzij gedraaid hoofd.

Beginniveau oefening 3:

De leerling rolt over een dikke bal en klopt af op de mat terwijl de leerkracht de rechter schouder naar zich toe trekt.

Voorwaartse val - Tussenniveau

Tussenniveau oefening 1:

Na een duw in de rug voert de leerling plankval uit of maakt een rol over 1 schouder.

Tussenniveau oefening 2: 

Na een sprong van de kast voert de leerling plankval uit met weggedraaid hoofd.

Tussenniveau oefening 3:

Na een korte aanloop valt de leerling over een hindernis en rolt af over 1 schouder.

Voorwaartse val - Gevorderd niveau

Gevorderd niveau oefening 1:

De leerling voert plankval uit met de handen naar mekaar toe en het hoofd gedraaid.

Gevorderd niveau oefening 2: 

Uit hurkhouding voert de leerling plankval uit met de handen tegen mekaar en het hoofd gedraaid.

Gevorderd niveau oefening 3:

De leerling stapt naar de mat toe en voert plankval uit.

Gevorderd niveau oefening 4:

De leerling stapt naar de dikke bal en rolt erover met gedraaid hoofd zonder begeleiding.

Gevorderd niveau oefening 5:

De leerling stapt naar de mat en rolt af op 1 schouder.

Dit zijn de peters van het project vallen en opstaan.

Credits

INITIATIEFNEMERS PROJECT VALLEN EN OPSTAAN
Verantwoordelijke & algemene inhoud: Prof. Jan Pauwels
Pedagogisch begeleider: Jackie Cardinaels
Ere-coördinerend-Inspecteur Basisonderwijs: Gary Peeters 
Pedagogisch begeleider & Lector KH Leuven, Verantwoordelijke oefenstof leerlingen & leerkrachten: Karen Nackom
REALISATIE
Regie, camera & montage video's, structuur website & scenario animatie: Ives Jossa
Geluidsopnamen: Jo Mannaerts
Camera video Lerarenopleiding: Jeroen Buntinx
Animatie intro: Sara Van Damme
Realisatie intro-film: Dirk Gijsens - VBS Via Immaculata Tienen
Productie: KU Leuven - Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen 
i.s.m. Leuvens Instituut voor media en Leren © 2014
Webdesign: www.sanderclaes.be
Sluiten