Kinderen bewegen minder dan tien jaar geleden. Slechts een derde van de kinderen tussen drie en negen jaar oud haalt het aanbevolen niveau van beweging. Meisjes scoren ook slechter dan jongens.

Dat blijkt allemaal uit een rapport van gezondheidsagentschap Sciensano, dat een onderzoek voerde tussen 2022 en 2023 een onderzoek uit in België waarbij o.a. lichaamsbeweging bevraagd werd. Volgens de richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie moeten kinderen van 3 tot 4 jaar oud tenminste 180 minuten per dag bewegen, waarvan 60 minuten matig tot hoog intensief. Kinderen van 5 tot 17 jaar zouden gemiddeld 60 minuten per dag matig of hoog intensief moeten bewegen, waarvan ten minste drie dagen aan hoge intensiteit.

Ook regionaal zijn er verschillen, kinderen in Vlaanderen bewegen meer dan in Wallonië. Verder blijkt uit het rapport ook dat kinderen en jongeren uit families met ouders een hoog opleidingsniveau gemiddeld meer matig tot hoog intensief bewegen dan kinderen en jongeren die opgroeien in een gezin met ouders met een laag opleidingsniveau. “Dat komt waarschijnlijk omdat ouders met een hoog opleidingsniveau meer middelen hebben om hun kind in te schrijven in een sportclub, en dat ze zich ook meer bewust zijn van de voordelen van lichaamsbeweging”, zegt Vicka Versele, onderzoekster bij Sciensano.

Wil je het volledige rapport inkijken? Dat kan je hier vinden.